De dam     Print

Daartoe was zuiver water nodig dat het hele jaar door blijft voortstromen in een omgeving waar er noch grote steden, noch industrieën gevestigd zijn.
Aangezien er in Luxemburg geen grote natuurlijke meren zijn, kon het probleem van een toereikende waterreserve alleen maar opgelost worden door het bouwen van een stuwdam. Het enge dal van de Süre met zijn rotswanden die een stevige houvast konden bieden voor een dam, zag er veelbelovend uit voor de aanleg van een kunstmeer.
Het bouwen van de 47 meter hoge muur duurde bijna 3 jaar, van 1955 tot 1957. De wanddikte varieert van 1,5 meter bovenaan tot 4,5 meter aan de voet van de muur. De hoge druk van het water bij het uitstormen aan de 2 onderste schotten wordt gebruikt voor de produktie van energie. Daar werden 2 turbines voor het opwekken van elektriciteit geïnstalleerd die op de spitsuren tot 15.000 Kilowatt kunnen produceren.

Bij maximale waterstand bestrijkt het meer een oppervlakte van 3,8 vierkante kilometer en heeft het een inhoud van 60 miljoen kubiekemeter water. Het meer is 43 meter diep.
In het dal was er een klein dorp. Door de bouw van het stuwmeer moesten de bewoners elders gehuisvest worden. Vandaag nog kunnen duikers op deze plaats op ongeveer 40 meter diepte de resten van het dorp bezoeken.
Om het water zo zuiver mogelijk te houden werd ter hoogte van Pont Misère en niet ver van het dorp Bavigne een eerste stuwmuur van 9,6 en 23 meter gebouwd. Hier worden drijfhout, boomstammen en zand opgevangen en wordt voorkomen dat deze in het meer zouden belanden.

 

 


 

 


TOP